Startpagina
Woordenlijst
Spelling
Taaltechnieken
Kijk en luister
Gènker Liere Lèèze
Veldeke online
Out: Vèè kalle Gènker
Historiek
Gènker Kepellekes
Wei ver het zoeal 'ns zègge
Links & bronnen
Veelgestelde vragen
Contact Sitemap Dankwoord

De Nederlandse ui-klank

De NL.-ui-klank kèmt ooch nie vier èn ’t Gènker. Vèè lótten iet aaners hiere.

Klik hier om te beluisteren.

Het huis

=

Het hous

Huizen

=

Heis

De duif

=

De douf

Duiven

=

Douve

De muis

=

De mous

Muizen

=

Meis

Het kruid

=

Het kroud (onkroud)

De buis

=

De bous

Buizen

=

Bouze

De luis

=

De lous

Het geluid

=

Het geleid

Gebruiken

=

Gebreike

Een ruit

=

Een rout

Een tuit

=

‘nen teetel

Ruim

=

Reim (vrij tou)

De pruim

=

De proum

De kuil

=

De koul

Sluiten

=

Sloute

Duivel

=

Diehvel

Ruiken

=

Reike

Kruimels

=

Kreemele

Zuiver

=

Zeiver

Druiven

=

Drouve

Wuiven

=

Wènke

Luidop

=

Helop

Lui

=

Lee

Pluim

=

Ploum

De stuipen (ziektebeeld)

=

De stiepkes, de steipe

Het kruis

=

Het kreis

Schuiven

=

Sjijve

Buiten

=

Boute

Struik

=

Strouk

Struiken

=

Streik

Kluit aarde

=

Klot èèrd

De buik

=

De bouk

Suiker

=

Sókker

Een trui

=

‘ne vreus

Getuig (gereedschap)

=

Geteig

Een regenbui

=

Een beis rèègen

Vuil

=

Voul

Kruipen

=

Kroupe

Sluiten

=

Sloute

Spuiten

=

Speete

Snuit

=

Snout

Fruit

=

Freet

Schuin

=

Sjijns

Uit

=

Out

Ajuin

=

joun